Verslag excursie zondag 14 oktober

Op verschillende manieren langs de varens van Amsterdam

De excursie zou om 12 uur vertrekken vanaf de hoofdingang van de Stopera. Door een misverstand was niet overal vermeld dat het om een fietsexcursie ging. De dagen ervoor was Ton Denters al op de hoogte gebracht en eenvoudige aanpassing van de route resulteerde in een prachtige excursie langs bijzondere "stadsplanten". 35 Floristen van ons district waarvan enkele uit verre hokken in Zaandam en bij Wilnis mar ook van buiten het district toonden hun belangstelling. Eigenlijk was de fout met de fietsen voor degene die niet meer in de stad fietsen gunstig. Zij konden nu ook genieten. Na een korte inleiding van Ton over het urbane district met verwijzing naar Gorteria 24 juni 1999, gingen we op pad.

In de stad kom je niet ver zonder bijzondere vondsten. Ton had op de heen weg al een pol met Draadgierst tussen de tegels uitgetrokken en meegenomen. Prompt zag ik op de terugweg de plant bij een insteekpaal net voorbij het Amstelhotel ook staan. Ton had onderweg ook een Glanzige ooievaarsbek gevonden. Deze soort, oorspronkelijk uit tuincentra en de plantenbakken, breidt zich gestaag uit. In de nieuwsbrief van dit voorjaar is er speciale aandacht gevraagd voor klokjes maar leden uit het geslacht van de ooievaarsbekken kunnen in deze rij ook aansluiten.

Bij de hoofdingang van de Stopera groeit tussen de keitjes een stabiele populatie met Kransmuur, die de borstelbeurten van de gemeente goed doorstaat. Enkele exemplaren in de rand waren fors uitgegroeid zodat iedereen de kenmerken goed kon opnemen.

Via de Nieuwe Amstelstraat waar het Bezemkruiskruid zich op verschillende plekken bloeiend en niet bloeiend laat zien, naar de Onderwijzershof. Hier groeit tussen de tegels de Bleekgele droogbloem. De soort is vermoedelijk aangevoerd met het kalkrijke duinzand dat onder de tegels ligt. Op weinig belopen trottoirs en parkeerplaatsen is deze soort geen onbekende verschijning.

Verder langs een stukje Weesperstraat en Nieuwe Herengracht richting de Amstelkade naar de Amstelsluizen. Onderweg opvallend veel Gehoornde klaverzuring langs de gevels. Desoort onderscheidt zich van Stijve klaverzuring door de neerwaartsgebogen vruchtstelen en de enkelvoudige behaaring. Bovendien maakt de plant geen ondergrondse uitlopers en maakt hem daardoor geschikt om in de kieren van het het plaveisel te groeien. De Stijve klaverzuring staat vermoedelijk om deze laatste reden wel in geveltuinen en onder hagen i.p.v. tussen de kieren van de tegels.

Om de hoek bij verpleegtehuis Amstelglorie stond een verrassing. Het bleek een grapje van Ton waar ik volledig intrapte. Hoe komt die plant hier!!! Riep ik uit. Dat kan niet!! Heb jij die hier neergezet??

Ton had een exemplaar van de "onbekende" Leeuwebek die in Amsterdam west rondom de Chasseekerk groeit meegenomen en hier neergezet. Dit alles ter ere van het feit dat na de ontdekking door Fred Nordheim twee jaar geleden, bekend was geworden om welke soort het ging en hoe de plant op die plaats is terecht gekomen. Uiteindelijk is Ton met de plant naar Simon Flippo gegaan. Hij heeft veel flora’s en na speur werk bleek het te gaan om Diclis ovata. Een plant van de West-Afrikaanse kust en hier verzeild geraakt via de Hortus. Een medewerkster van de hortus heeft het plantje als balkonplant gekweekt. Zij woont om de hoek bij de huidige vindplaats. Toch is het verhaal nog niet geëindigd. Afgelopen week ontving ik een e-mail bericht van Ton afkomstig van Wout Holverda die ook naspeurwerk heeft verricht. Hij komt uit op Nemesia mellisifolia Bentz.ook uit Afrika afkomstig. Gecultiveerd telt het geslacht Nemesia een tiental soorten in de bontste kleuren met evenzoveel varianten. Het bloemetje is dan forser maar lijkt uiterlijk en in bloeiwijze veel op de gevonden soort. De vraag is nu: Zijn de namen Diclis ovata en Nemesia mellisifolia synoniem of gaat het om een andere soort? Ongetwijfeld zal Ton Denters nog het een en ander publiceren. Ondertussen werd alvast aan een Nederlandse naam gedacht " Kransleeuwebek" naar de kransgewijze bloeiwijze en de leeuwenbekachtige bloemen.

Het blijft verrassen want op de plek waar Ton de plant had geplaatst groeide uitbundig Harig vingergras en tussen de tegels het Straatliefdegras. Nu eens niet door Ton neergezet maar spontaan gevestigd. Straatliefdegras doet tegenwoordig zijn naam geen eer meer aan. Ook in het buitengebied wordt de plant al vaker gezien. Onlangs trof ik enkele forse exemplaren op een zandzak die het zeil voor het kuilgras op zijn plaats houdt, bij een boerderij in Assendelft.

Via de Magere Brug naar de Amstelsluizen. Deze sluizen zijn voor publiek afgesloten maar voor floristen wordt wel eens een uitzondering gemaakt. De sluiswachter was echter niet blij met 35 man en vreesde voor de veiligheid. Na enig overtuigen kregen we toch toestemming.

Op de kademuren van de sluizen groeit een groot deel van de Nederlandse varens. De meest zeldzame is de Groensteel. In eerste ogenschouw gelijkend op de minder zeldzame Steenbreekvaren die er vlakbij staat maar met een duidelijke groene i.p.v. zwarte steel.

Op de tweede kademuur staan Tongvaren, IJzervaren, Gewone Eikvaren, Wijfjesvaren, Stijve stekelvaren, Muurvaren, Steenbreekvaren en sinds kort maar niet direct vindbaar een Schubvaren. Voor de meeste onderons een spectaculaire plek waar je niet zo snel komt. Het is goed om te zien dat onderhoud aan de sluizen rekening houdt met deze bijzondere begroeiing van de sluizen.

Na de sluizen richting de Sarphatistraat. Langs de straat overal Gele helmbloem nog vollop in bloei. Ook de nodige exemplaren Bezemkruiskruid laten zich zien. Over de brug nemen we de Amstelkade richting Carré. In een van de geveltuinen staat een zeer forse Beklierde nachtschade. Het exemplaar wordt onderzocht op het voorkomen van de onregelmatige beharing en klierharen. Het is lang niet altijd duidelijk hoewel de plant wel kleverig aanvoelt. Met een goede loep werden de klierharen wel gezien.

Om de hoek in de Korte Amstelstraat en de Nieuwe Achtergracht groeit nog een echte stadsplant afkomstig uit Mexico, Muurfijnstraal. Het plantje wordt veel verkocht in tuincentra en zal zich weldra op veel plaatsen laten zien. Hier groeit de plant in verwaarloosde geveltuintjes en in de stoeprand.

In een tuintje aan de Onbekende gracht groeit het Zegekruid. Ook deze Zuid Amerikaanse plant voelt zich goed thuis in het stedelijke milieu. Het is echt een aanwinst met de prachtige blauwe bloemen en de plant lijkt zich nog steeds uit te breiden.

In de zelfde stoep groeit ook Groene naaldaar. Gezien de kleur van de plant, rood aangelopen, werd nog getwijfeld of het niet de geelrode was. De echte kenmerken zoals grote van de kelkkafjes en de beharing van de bloeiwijze, gaf echter de doorslag Groene naaldaar. Langs de kade van de Nieuwe Prinsengracht werd nog een Wijfjesvaren bewonderd. Van hieruit terug naar de hoofdingang van de Stopera waar de wandelexcursie eindigde.

De fietsers togen naar het Stenenhoofd achter het Centraal Station. De niet-fietsers namen de metro en wandelden van hieruit naar het Stenenhoofd. Onderweg lang nieuw ingezaaide bermen met allerlei enorme "Wilde planten" met bonte kleuren. Zogenaamde wild-zaadleveranciers kweken er soms maar een eind op los!!

Op de enorme kademuren van het Stenenhoofd, een voormalig overslagterrein, heeft de Schubvaren een goed milieu gevonden. Ruim honderd planten groeien op de kade. Het gebied rondom staat onder druk. De voormalige haventerreinen worden volgebouwd met woningen. Voor het Stenenhoofd is een andere bestemming gevonden en daarmee lijkt deze unieke groeiplaats gered.

Van hieruit fietsten we naar de laatste lokatie de Westergasfabriek. Grappig gezicht zo’n groep fietsers met allemaal iemand achterop.

De kade van de Haarlemmertrekvaart bestaat ook uit een gestapelde basaltmuur. De kade aan de zuidzijde is enkele jaren gelden gerestaureerd. Onder aandringen van een actieve florist is een deel van de kade minder rigoureus aangepakt. Deze tien meter muur vallen duidelijk op door de aanwezige begroeiing met Muurvaren, Wijfjesvaren en Zwartsteel.

Op dit moment wordt de overzijde aangepakt en houdt men rekening met de planten door gebruik van speciale mortel en overzetten van planten. Hier bewonderden we de Zwartsteel. De "plastic" aanvoelende varen heeft voor een kleine plant een flinke wortelplak, ongeveer een cirkel van 0,25 m. Door de losliggende stenen was dit goed te zien.

In het café van de Westergasfabriek eindigde deze druk bezochte en spectaculaire excursie.

Norbert Daemen

Excursie Laegieskamp    Excursie Waterplanten

free web stats